Escher klinkt erg Duits, maar is absoluut Neerlands trots! Geboren op 17 juni 1898 in Leeuwarden en overleden op 27 maart 1972 in Hilversum.
Onmogelijke constructies en meetkundige patronen die oneindig doorlopen. Escher speelt met gezichtsbedrog en perspectieven door zijn wiskundige berekeningen. Hij is namelijk een echte graficus en dat is goed te zien aan één van de bekendste werken, de Penrose-trap: een onmogelijk object, wat zijn werk zo bijzonder maakt. Ook de Tekenende Handen (1948) zijn heel bekend, waarin een hand de andere hand tekent, wat een oneindige betekenis heeft. Of Relativiteit (1953), waar trappen elkaar onmogelijk kruisen.
Escher was niet direct populair door zijn werken. Dat had ook te maken met het soort kunst dat hij maakte. Eschers vroegste werk bestond vooral uit landschappen, stillevens en portretten. Italië - waar hij vaak naartoe reisde - gebruikte hij als inspiratiebron. Pas vanaf zijn veertigste begon hij met de 'Escheriaanse' printen. Waarmee hij in de jaren 50 van de twintigste eeuw hij in bredere kring erkenning als kunstenaar, met name in de Verenigde Staten.
Wiskundigen ontdekten toen ook zijn werk. In de symmetrieën vonden zij wiskundige berekeningen voor thema's uit hun eigen vakgebieden. Daarom werd vanaf de jaren zestig zijn werk ook gebruikt in wetenschappelijke (leer)boeken. In dezelfde periode kreeg hij nog meer erkenning van een groep waarvan Escher het totaal niet had verwacht. Hippies en popsterren omarmden zijn werk met alle liefde door het gezichtsbedrog en de fantastische parallelle werelden.
Momenteel zijn de werken van Escher te bewonderen bij Escher in Het Paleis, in Den Haag. Hier leer je alles over het leven van Escher, zijn magische kunstwerken en zijn grafische achtergrond.
Bron foto: Museu de Arte Popular, Lissabon, Portugal