Ingrediënten
Bereiding
Snijd de aubergines overlangs in tweeën. Snijd daarna de aubergines in plakken van 1 cm en leg een laag van de aubergines in een zeef. Bestrooi met grof zout en leg er opnieuw een laag aubergines op. Bestrooi opnieuw met zout en ga zo verder tot de aubergines op zijn.
Laat dit 30 minuten uitlekken. Spoel af met water en dep mooi droog. Giet flink wat olie in een pan en bak er de aubergines in, op hoog vuur, tot ze bruin zijn. Laat ze uitlekken op keukenpapier.
Zet het vuur lager en doe opnieuw wat olie in de pan. Bak de ui en selderij gedurende 5 minuutjes zacht (maar ze mogen niet bruinen). Voeg de reepjes paprika toe, plus de pijnboompitten, en laat 3 minuutjes meebakken. Giet er de tomaten bij en daarna ook 60 ml water. Laat 10 minuutjes zachtjes pruttelen tot het water verdampt is. Kruid goed met zwarte peper.
Voeg de azijn, kappertjes, suiker en olijven toe aan de caponata en laat nog eens 3 minuutje mee sudderen. Als allerlaatste mogen de aubergines erbij. Laat nog eens 5 minuutjes sudderen. Kruid met zout en werk af met peterselie.
Ingrediënten
Bereiding
Klop in een grote kom de gist met de honing met de 2 eetlepels olijfolie en het water. Voeg de bloem toe en roer met een houten lepel alles goed door elkaar. Het blijft een klonterig geheel, maar dat hoort. Strooi het zout erbij en roer tot je een wat nattig en grof deeg hebt (het deeg is in dit stadium toch nog te nat en kleverig om te kunnen kneden, dus hoeft het nu echt nog niet mooi en glad te zijn). Bedek de kom met plasticfolie en laat het deeg op een warme plek ongeveer 1 uur rusten, tot het in volume is verdubbeld.
Leg het deeg op een licht met bloem bestoven werkblad en druk er met je handpalm in, keer het om en vouw het dubbel. Doe dit een paar keer (het deeg is nog steeds wat kleverig, maar al veel makkelijker te kneden), tot het glad en elastisch begint te worden. Bestuif het deeg of het werkblad gerust nog met wat meel, maar overdrijf niet.
Is het deeg mooi en glad, bestrijk de binnenkant van de kom dan met wat olijfolie en doe het deeg er weer in. Bedek de kom met plasticfolie en laat het deeg op een warme plek 45 tot 60 minuten rusten, tot het opnieuw in volume is verdubbeld.
Vet een bakplaat met opstaande rand (ongeveer 45 x 33 cm) met je handen helemaal en royaal in met olijfolie. Leg het deeg op de bakplaat en druk de deegbal plat tot een gelijkmatige lap. De lap hoeft niet de hele bakplaat tot aan de rand te bekleden, tijdens het bakken wordt hij wat dikker en groter. Bestrijk of besprenkel de bovenkant van het deeg royaal met olijfolie en leg er losjes een vel plasticfolie over. Laat het deeg nog eens 45 tot 60 minuten rusten.
Verwarm de oven voor op 220 °C.
Het deeg is klaar om de oven in te gaan als het licht, luchtig, gerezen en veerkrachtig is. Duw om dit te controleren heel lichtjes met je vingertoppen in het deeg. Het deeg moet een beetje terugveren. Als het zakt en ‘leegloopt’, heb je het misschien toch iets te veel bewerkt en dat is lastig om te herstellen. Laten we niet van het ergste uitgaan, je hebt dan nog steeds iets wat heerlijk is om te eten, alleen dan heet het platbrood.
Druk met je vingertoppen heel voorzichtig hier en daar kuiltjes in het deeg, alsof je pianospeelt. Verdeel de uienringen erover en besprenkel het deeg nog een keer met olijfolie. Bestrooi het ten slotte met zoutvlokken. Bak het brood (roteer de bakplaat eventueel om donkere plekken te voorkomen) 35 tot 45 minuten, tot het mooi goudbruin is en de uien gekaramelliseerd en gaar zijn.
Haal het brood uit de oven en laat het iets afkoelen voordat je het in plakken snijdt en serveert.